Wat is de overeenkomst tussen Boris Johnson en John de Mol (en wat is het verschil met Edwin van der Sar)?

Wat is de overeenkomst tussen Boris Johnson en John de Mol

De afgelopen weken domineerde ‘de 7 vinkjes mannen’ het publieke debat. Volgens Joris Luyendijk zijn dat witte hoogopgeleide mannen uit een ‘goed nest’, die gedurende hun leven niet het vermogen hebben ontwikkeld om zich in te leven in anderen mensen, simpelweg omdat ze dat nooit hebben hoeven doen. Van de totale bevolking valt ongeveer 3 procent binnen dit profiel, terwijl ongeveer driekwart (!) van de bestuurskamers wordt bevolkt door deze groep mannen. Luyendijk roept de maatschappij op om mannen zoals hij, “de zeven vinkjes mannen’ juist niet de baas te maken. “Want wij kijken veel te beperkt, hebben te veel blinde vlekken..”.

Het gevaar van blinde vlekken

Wat mij als onderzoeker al langer is opgevallen binnen bestuurskamers, is dat de besluitvorming inderdaad wordt vormgegeven vanuit het perspectief van de aanwezigen bestuurders (vaak mannen). En minder vanuit het perspectief van de stemmen van buiten, zoals van stakeholders, jongeren of van medewerkers. In de praktijk betekent dit dat deze groep ‘bevoorrechte’ bestuurders besluiten neemt voor de hele groep. Ongetwijfeld met de beste bedoelingen. Maar hun perspectief is leidend, zonder dat de anderen stemmen zijn gehoord. Dat betekent dat er een hoop blinde vlekken zitten in de besluitvorming.

Boris Johnsons blinde vlek

Boris Johnson ging ten overstaan van het Britse Parlement diep door het stof vanwege ‘partygate’. Het rapport met als titel ‘Falend Leiderschap’ zei genoeg. De blinde vlekken van het leiderschap van Boris Johnson werden pijnlijk duidelijk. Hij had het niet geweten, hij had het verkeerd ingeschat. Zijn voorbeeldgedrag van laconiek handelen heeft zijn eigen staf binnen Downing Street 10 impliciet de ruimte gegeven hetzelfde te doen. De Britse bevolking die zich wel aan de regels hield, werd boos en voelde zich terecht bedrogen. Hoe nu verder?
De hamvraag is, of Boris Johnson bereid is om zich publiekelijk kwetsbaar op te stellen en zijn eigen blinde vlekken (als 7 vinkjes man) te onderzoeken.

De blinde vlek van John de Mol

Eerder ging John de Mol als ‘grote baas’ door het stof live voor de camera van Tim Hofman. Na de onthullingen over het wangedrag in The Voice in het programma BOOS, gaf hij aan het allemaal niet te hebben geweten. Wat John de Mol vooral verbaast is hoe het kan dat al de meisjes en vrouwen die zijn lastiggevallen, niet eerder hun mond open hebben gedaan? Of hij zich verantwoordelijk voelt, vraagt Tim Hofman? Ja, hij is eindverantwoordelijk, zegt de Mol, hij zit aan het einde van de keten. “Er is heel veel misgegaan buiten mijn zicht, maar pas als je het weet kan je er iets aan doen.” John de Mol benoemt hier expliciet zijn eigen blinde vlek.
Ook hier is de vraag legitiem of John de Mol bereid is om zich kwetsbaar op te stellen en zijn eigen blinde vlekken te onderzoeken?

Edwin van der Sar durft het wel te vragen

Dan Edwin van der Sar. Hij staat als Algemeen directeur van Ajax vol in de spotlights na de zaak ‘Overmars”. Zijn manier van communiceren wordt bekritiseerd. Ik kijk daar genuanceerder naar. Wat ik een belangrijk signaal vind van Van der Sar is dat hij naar aanleiding van het schandaal bij The Voice, bekend gemaakt in de uitzending van #BOOS op 20 januari, enkele dagen later alle medewerkers bij Ajax een brief heeft gestuurd.

Ruimte voor de ‘stille stemmen’

In die brief nodigt hij de medewerkers uit om melding te maken van grensoverschrijdend gedrag. Wat hij goed doet is dat hij vanuit zijn positie als eindverantwoordelijke de medewerkers actief bevraagt en uitnodigt zich te melden. Hierdoor maakt hij juist ruimte voor het ‘ongezegde’.
Van der Sar heeft goed begrepen dat wat je zelf niet ziet er juist wel kan zijn. Je moet hier als bestuur expliciet om VRAGEN vanuit een veilige setting. Pas dan komen deze ’stille stemmen’ boven tafel.

Vermogen tot zelfreflectie

De maatschappij komt op nieuw terrein. Wat een aantal jaren geleden nog ‘ongezegd’ bleef, komt nu op vele fronten naar boven. Wat ik zie is dat toekomstbewuste bestuurders bereid zijn om hun eigen blinde vlekken te onderzoeken. Bereid zijn om te leren. Bereid zijn om hun vermogen tot zelfreflectie te ontwikkelen. Hopelijk komen er steeds meer bazen zoals Edwin van der Sar die de moed hebben om te vragen naar datgene wat je eigenlijk niet wil weten.

Maar hoe eerder je die stemmen toelaat, hoe beter de besluitvorming wordt van de organisatie. Dat noemen wij bij NieuwBestuur Toekomstbestendig Besturen!

Meer weten? Bekijk ons boardroom programma “Toekomstbestendig Besturen”