Doorbreek de monocultuur
Het symbool van het polderoverleg, geleid door deskundige mannen. Dat is wat de Sociaal-Economische Raad (SER) sinds 1950 uitstraalde. Totdat Mariëtte Hamer er in 2014 voorzitter werd. We gaan met haar in gesprek over toekomstgericht leiderschap.
Markante personages gingen Hamer voor; mannen als Herman Wijffels, Alexander Rinnooy Kan en Wiebe Draijer adviseerden de regering vanuit de SER over sociaaleconomische vraagstukken. De adviezen zijn in de loop der jaren geëvolueerd. ‘Het is van groot belang hoe de samenleving zich ontwikkelt en hoe je daarop inspeelt’, vertelt de huidige voorzitter. De activiteiten van de SER moeten volgens haar resoneren in de samenleving. Ze merkt daarbij op dat we van een uitruilmaatschappij (‘ik geef wat toe en jij geeft wat toe’) naar een waardenmaatschappij gaan. ‘We werken vanuit het gedeelde belang en vanuit dezelfde waarden.’
‘Soms moet je schuren, soms moet je vooral verbinden.’
Nieuwe rol
In deze veranderende omgeving neemt de SER een nieuwe rol. Men adviseert niet alleen, maar draagt zelf ook steeds meer actief bij aan de uitvoering van de adviezen en het beleid. ‘Kijk bijvoorbeeld naar het SERadvies Diversiteit in de top, tijd voor versnelling waarvan de aanbevelingen integraal zijn overgenomen door de Tweede Kamer en de ministerraad. Om te komen tot de aanbevelingen is er een stevig netwerk met draagvlak voor dit advies opgebouwd. Het is dan een logische stap dat de SER een infrastructuur opzet om bedrijven te faciliteren de doelstellingen van meer vrouwen en culturele diversiteit in de top te realiseren. Zo is onlangs de organisatie Diversiteit in Bedrijf ondergebracht bij de SER.’ Op die manier faciliteert de SER ook de totstandkoming van andere recente akkoorden, convenanten en projecten, zoals het Klimaatakkoord en Leven Lang Ontwikkelen.
In de ervaring van Mariëtte Hamer wordt de kwaliteit van besturen beter als de diversiteit groter is. Direct bij haar aantreden heeft zij het initiatief genomen tot de oprichting van het SER-jongerenplatform. ‘Niet alleen zodat jongeren meebeslissen over hun eigen toekomst, maar in bredere zin. Het gaat erom dat er een monocultuur in besturen wordt doorbroken. Veranderen doe je met elkaar’, zegt Hamer. ‘Zo hebben we gezamenlijk met de werkgevers en werknemers besloten om de ramen en deuren open te zetten en meer partijen te betrekken bij onze adviezen. Het huis van de SER staat open. Het gaat om het samenspel van tal van externe partijen en de SER. We moeten de tijd nemen voor de implementatie van maatregelen. Dit samenspel in de polder gaat niet zonder schuring. Dat hoort erbij.’
Met steeds meer betrokken partijen werken aan maatschappelijke oplossingen, betekent dat je veel naar andere mensen luistert. ‘Bij de SER organiseren we daarvoor dialoogsessies. Doordat je goed luistert, vergroot je de kans dat iedereen zich gehoord voelt en je draagvlak krijgt. Dan kom je samen tot gedragen besluiten en duurzame resultaten.’
Nadruk op proces
Hamer richt zich op het zo goed mogelijk aanwenden van het huidige systeem. Grootschalige veranderingen moeten langzaam worden doorgevoerd. ‘Zulke processen hebben nou eenmaal tijd nodig’, verklaart ze. ‘Je kunt, bijvoorbeeld, niet plotsklaps jongeren direct binnen de structuur van de SER krijgen. Jongeren moeten die cultuur leren kennen en hun weg daarin vinden. Wij kunnen ze daarbij helpen. Daar gaat tijd overheen.’ Ze benadrukt dat het gaat om het proces waarin je het echt doet. ‘Soms wordt er te veel nadruk gelegd op het einddoel, en te weinig op het proces waarbinnen dit moet gebeuren.’
Met het einddoel in gedachten is het wel makkelijker terugredeneren naar de actie die nu nodig is. ‘De eerste stap is inderdaad het gemeenschappelijke eindbeeld bepalen,’ geeft Hamer toe, ‘maar juist dat “ondertussen” waarin we ons nu bevinden, is belangrijk. Het eindbeeld schetsen is in feite het makkelijkst om te delen. Je moet niet alleen over toekomstperspectief praten, maar juist in het proces de weg proberen te effenen voor activiteiten.’
Soms schuren, soms verbinden
Een mooi voorbeeld daarvan is wat de SER-voorzitter betreft het Energieakkoord. ‘Dit was in beginsel erg gericht op concrete doelen. De functie van het Energieakkoord was echter ook het leggen van fundamenten voor wat later het Klimaatakkoord werd, en de huidige Europese Green Deal. Dus het gaat niet alleen om de doelen, maar ook om de functie van het gesprek. Het Energieakkoord liet energiebedrijven bijvoorbeeld al proeven aan sectorale samenwerking.’
Kennelijk draait alles om de kernvraag: willen we het systeem veranderen of willen we binnen de huidige context zoveel als mogelijk proberen in beweging te krijgen? Volgens Hamer moeten we vooral goed kijken naar de methode. ‘Soms moet je schuren, soms moet je een doel stellen en een toekomstperspectief schetsen, en soms moet je vooral verbinden en mensen bij elkaar brengen. Er is geen one size fits all.’
Dit moeten de woorden zijn van een expert in laveren en verbinden. Ons gesprek loopt ten einde, haar volgende afspraak wacht. De leidsvrouw van de SER drukt ons nog één ding op het hart. ‘Het is belangrijk dat er bestuurders opstaan die zowel bezig zijn met het overkoepelende doel als met de uitvoering in het hier en nu. Die verbinding is van wezenlijk belang, in het “ondertussen” van vandaag.’
Dit bericht is voor het eerst gepubliceerd in tijdschrift The Optimist juli/augustus 2020.
Tekst: Mildred Hofkes en Werner Schouten